Hoewel de Oriënt zeker niet afwezig was op de Gentse Expo, was het exotisme er duidelijk minder prominent dan op andere Wereldtentoonstellingen. Gent wilde zich vooral profileren aan de hand van zijn rijke historische verleden. Oud Vlaanderen en het Gemeenteplein met hun historiserende gebouwen kregen een veel prominentere plek dan de exotische paviljoenen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het traditionalisme verving in feite het exotisme als antipode van de industriële toekomst. Dat Gent er ook effectief in slaagde dat imago in architectuur en grondplan door te zetten, heeft het te danken aan de keuze met één tentoonstellingsarchitect te werken. Oscar Van de Voorde bewaakte het totaalplan en verschoof de exotische paviljoenen naar de marges van het terrein en in de richting van de attractiezone.