Hoe ‘beschaafd’ de Senegalezen, zo ‘barbaars’ werden de Filipijnen voorgesteld. De Amerikaanse impresario Richard Schneidewind kondigde de groep van 60 Igorot-inwoners uit de Bontocstreek aan als The Call of the Wild en The Head Hunter’s Return. Deze groep reisde al sinds de Saint-Louis World Fair van 1904 alle wereldtentoonstellingen af. Hun reputatie van koppensnellers en de taalbarrière joeg bezoekers schrik aan en creëerde een onoverbrugbare kloof. Van een warm welkom in Gent was geen sprake. De Igorotten hadden hun eigen hutten moeten bouwen. Een eerste maal in een zone in Oud Vlaanderen, een tweede maal in het Citadelpark, na protest van de horeca-uitbaters van Oud Vlaanderen tegen de aanwezigheid van die schaars geklede ‘kannibalen’. De Igorotten waren stukken minder populair bij de Gentenaars dan de Senegalezen. Hun activiteiten kregen amper een vermelding in de pers en er is geen beeldmateriaal overgeleverd van hun verblijf in Gent.