Oriëntalisme en de exotische mens

Er was een algemeen paviljoen voor de Franse kolonies, een voor de koloniale handel, een ambulante constructie voor de koloniale pers. Het paviljoen was ingedeeld waren in vier catégorieën: importproducten, kolonisatieprocessen, koloniaal materieel en exportproducten.

Hoewel alles in huis voor een zeer exuberante presentatie, primeerde ook voor de Franse koloniale sectie de handelsbelangen. De buitenkant van de paviljoenen van de Franse protectoraten Marokko, Tunesië , en andere koloniale afdelingen appelleerde nog wel aan de sensatiezucht van de bezoeker, maar de inrichting was pragmatisch gericht op de mercantiele doelstellingen. Aan de hand van Oosterse producten zette de kolonisator de commerciële waarde van handelsbetrekkingen met de Noord-Afrikaanse partners in de verf. Niet alleen de opvatting over en de inrichting van de ‘exotische’ sectie was duidelijk in transitie, ook de zichtbaarheid verminderde. De organisatie verschool de sectie wat achter de bomen en positioneerde het al in de richting van het attractiegedeelte.