De oudheidkundigen van de Stedelijke Commissie voor Monumenten gaven het bouwkundig advies voor de hele verfraaiingsactie. Ze beoogden een eenheidsstijl waarin de architecturale toestand van de zeventiende eeuw werd gereconstrueerd: de zogenaamde ‘Gentse Stijl’, typerend voor de eerste stenen huizen van de stad. Deze stijl verwees naar de hoogdagen van de Middeleeuwen en gaf zo gestalte aan het neo-traditioneel ideaal. Stadsarchitect Louis Cloquet beschreef deze Gentse stijl als ‘stenen timmerwerk’ omdat de visuele invloed van de houtbouw nog sterk aanwezig was. Bouwkundige inspiratie vonden de oudheidkundigen in de iconografie en in een reeks oude bouwtekeningen in de archieven van de stad. Vooral de gravures van Sanderus uit 1641 bleken erg informatief.