Ommegangen en stoeten van verenigingen en parochies waren rond de eeuwwisseling een weid verspreid fenomeen. De Wereldtentoonstelling viel toevallig samen met het 300-jarige jubileum van de Schermersgilde van Sint-Michiels die besliste de verjaardag luisterrijk te vieren met een enscenering van de historische stoet van 1619. Dat jaar verbleven de Aartshertogen Albrecht en Isabella in Gent en zij hadden een bijzondere band met de Sint-Michielsgilde. De ommegang van 1913 was een opeenvolging van zes verschillende groepen: de gilden, de schermers van Sint-Michiels, vertegenwoordigers van de stad, de aartshertogen, de drie Gentse schuttersgilden en de rederijkerskamers. De stoet reed drie keer uit op 20, 27 juli en 9 augustus. Telkens werd een ander parcours aangedaan zodat zoveel mogelijk Gentenaars de stoet konden bewonderen. De laatste ommegang kon rekenen op Koninklijk bezoek dat die dag ook het monument voor de Gebroeders Van Eyck inhuldigde.