Een heel aparte vorm van amusement vonden bezoekers in Oud Vlaanderen. Ze werden er ondergedompeld in een reconstructie van een nostalgisch en fictief verleden. Oud Vlaanderen bungelde als een klein schiereilandje aan het tentoonstellingsterrein. Net als het Attractieplein, kreeg het een extra toegang om bezoekers aan te moedigen verschillende keren terug te komen naar dit parkgedeelte. De wereldtentoonstelling van Brussel (Bruxelles-Kermesse, 1897) en Luik (Vieux Liège, 1905) waren Gent voorgegaan in het aanbieden van historisch vertier. Daar was al duidelijk dat de bezoeker hield van de totaalervaring, van de wandeling in een tot leven geroepen collectieve geschiedenis. Met een amalgaan aan archetypische gebouwen, geplaveide straatjes, idyllische waterloopjes en figuranten in historische kostuums werd het verleden geassembleerd.