Oscar Van de Voorde was als tentoonstellingsarchitect verantwoordelijk voor het grondplan, verschillende sleutelgebouwen en de uitwerking van de meeste nationale paviljoenen. Hoewel modernist, koos hij overwegend voor Beaux-Arts-architectuur. Gentenaars vonden het alvast de mooiste wereldtentoonstelling ooit en ook de pers prees Van de Voordes werk. Maar in architectuurmiddens klonk kritiek: Van de Voordes neoclassistisch ontwerp was weinig baanbrekend. Enkel de ontwerpen voor de dienstgebouwen en enkele woningen in het Moderne dorp konden op bijval rekenen van de modernisten. Het was in de sobere lijnvoering van die gebouwen, in de interieurs en het speciaal ontworpen meubilair dat Van de Voordes vooruitstrevende stijl het meest tot uiting kwam.